Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English Sort descending	Dutch	Status
	but with every night, the space on which he swam became smaller and smaller	maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
	But you are uncontrollable, and it is anything but enjoyable to spend time with you	Maar er is geen huis met je te houden, en het is alles behalve plezierig, met jou om te gaan
	By the morning the wild ducks flew up and looked at their new companion.	Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.
	By the way, do you play the violin?	Overigens, speelt gij viool?
	By the way, have you seen him lately?	Trouwens, heb je hem recent nog gezien?
	By the way, how old are you?	Trouwens, hoe oud ben je?
	By the way, what’s your address?	Trouwens, wat is je adres?
	Can I charge my phone anywhere around here?	Kan ik mijn telefoon hier ergens opladen?
	Can I just pay a fine now?	Kan ik gewoon nu een boete betalen?
	Can we sit here?	Mogen we hier zitten?
	Can we sit there?	Kunnen we daar zitten?
	Can you arch your back, or purr, or throw out sparks?	Kun je een hoge rug zetten en spinnen en maken, dat er vonken uit je lijf komen?
	Can you recommend a non-touristy restaurant?	Kun je een minder toeristisch restaurant aanbevelen?
	Can you tell me where the station is?	Kun je me vertellen waar het station is?
	Can you tell us more about your company?	Kan je ons meer vertellen over je bedrijf?
	Can you tell us more about your products?	Kan je ons meer vertellen over je producten?
	Can you tell us more about yourself?	Kan je ons meer vertellen over jezelf?
	Can’t you vacuum later?	Kun je later niet stofzuigen?
	closely	nauw samen
	closely with	nauw samen met