Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch Sort descending	Status
	Do unto others as you would have them do unto you.	Bejegen anderen zoals je graag door hen bejegend wil worden.
	therefore confess your sins to one another	beken daarom uw zonden aan elkaar
	Belgium is not seeded.	België is geen reekshoofd.
	Have you been there?	Ben je daar geweest?
	Are you ready to order?	Ben je klaar om te bestellen?
	Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something?	Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
	Are you still overweight?	Ben je nog steeds te zwaar?
	ground floor	benedenverdieping
	Berlusconi: conviction is completely unfounded	Berlusconi: veroordeling is totaal ongegrond
	Bert walks up to a bus stop and sees another traveler standing there.	Bert loopt naar een bushalte en ziet daar een andere reiziger staan.
	Stay right there.	Blijf daar staan.
	I guess not.	Blijkbaar niet.
	Bob could not control his anger.	Bob kon zijn woede niet beheersen.
	bent his head over, and awaited nothing but the death.	boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
	flatly refused	botweg geweigerd
	they had only the roof to cover them, through which the wind was howling, although the largest holes had been plugged with straw and rags.	boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn.
	Take me there, please.	Breng me erheen, alstublieft.
	Bend your neck and say: Quack!	Buig je hals nu en zeg: Kwak!
	There it lay down quite exhausted	Daar bleef het geheel uitgeput liggen.
	till the sunshine came into the room through the open door	daar drong de zonneschijn in het huisje door