Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
to whisper (long form)	te fluisteren	Learn
to win (long form)	te winnen	Learn
to wish (long form)	te wensen	Learn
to work (long form)	te werken	Learn
to worry	piekeren	Learn
to worry	zich zorgen maken	Learn
to write a sentence with the correct punctuation	een zin met de juiste interpunctie schrijven	Learn
toaster	toaster	Learn
toaster	broodrooster	Learn
Today I am extremely tired.	Vandaag ben ik uitermate moe.	Learn
Today is a bad day.	Vandaag is een slechte dag.	Learn
Today is a cool, rainy day.	Vandaag is een koude, regenachtige dag.	Learn
Today I’m staying at home.	Ik blijf vandaag thuis.	Learn
Today we have time.	Vandaag hebben we tijd.	Learn
Today you failed.	Vandaag heb je gefaald.	Learn
Today’s going to be a hot day.	Het wordt een warme dag vandaag.	Learn
together	tezamen	Learn
Tokyo	Tokio	Learn
told (long form)	vertelde	Learn
Tom abuses his authority.	Tom maakt misbruik van zijn gezag.	Learn