"a" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I think I hear a baby crying.	Ik denk dat ik een baby hoor wenen.
	I have a stepsister.	Ik heb een stiefzuster.
	I was as cool as a cucumber.	Ik was zo kalm als een komkommer.
	You forgot to close a window.	Je vergat een raam te sluiten.
	a claimant and a defendant	een eiser en een verweerder
	Another yoghurt, please.	Nog een yoghurt, alstublieft.
	a few announcements	een paar mededelingen
	a twisted smile	een verwrongen glimlach
	It was a misunderstanding.	Het was een misverstand.
	I need a postcard.	Ik heb een postkaart nodig.
	He is a good writer.	Hij is een goede schrijver.
	a reflection	een weerspiegeling
	a clock radio	een wekkerradio
	a branch that was as thick as a python	een tak die zo dik was als een python
	I am a British citizen.	Ik ben een Brits staatsburger.
	We live near a river.	We wonen dichtbij een rivier.
	He turned traitor.	Hij is een verrader geworden.
	Rain is a type of precipitation.	Regen is een vorm van neerslag.
	a butcher’s shop J. van der Ven	een slagerij J. van der Ven
	Tom bought a watermelon.	Tom kocht een watermeloen.