Adjectives 18 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	we are honest	we zijn eerlijk
	We were just being honest.	We waren alleen maar eerlijk.
	I wonder whether Tom is honest.	Ik vraag me af of Tom eerlijk is.
	Yanni was very drunk.	Yanni was erg dronken.
	Tom says Mary is drunk.	Tom zegt dat Mary dronken is.
	Tom came home very drunk.	Tom kwam heel dronken thuis.
	Tom said that all his friends were drunk.	Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
	Yesterday was the first time I’ve ever seen Tom drunk.	Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
	the remaining time	de overige tijd
	Am I in love?	Ben ik verliefd?
	mobile phone	mobiele telefoon
	to fall in love	verliefd worden
	to be in love with	verliefd zijn op
	We were in love.	We waren verliefd.
	the Flemish government	de Vlaamse overheid
	I’m in love with you.	Ik ben verliefd op jou.
	Who’s shorter, Tom or Mary?	Wie is kleiner, Tom of Mary?
	The shops are closed.	De winkels zijn gesloten.
	I have no remaining questions.	Ik heb geen overige vragen.
	The earth is smaller than the sun.	De aarde is kleiner dan de zon.