Understand spoken Dutch

Adjectives Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
the leaves in the forest turned to yellow and brown de bladeren in het bos werden geel en bruin
I know Tom is a very bad driver. Ik weet dat Tom een slechte chauffeur is.
she is of Spanish descent, which is why she is so fat zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik
He walked to the castle with great strides. Hij liep met grote passen naar het kasteel.
He became very rich before he died. Hij werd aanzienlijk rijk voordat hij stierf.
He quickly adjusted to the new situation. Hij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden.
I haven’t slept almost all night! Ik heb bijna de hele nacht geen oog dichtgedaan!
She was hungry enough to eat anything. Ze had zoveel honger dat ze eender wat kon eten.
When will the next concert happen? Wanneer zal het volgende concert optreden?
My foot is so fat that it no longer fits in my shoe. Mijn voet is zo dik dat hij niet meer in mijn schoen past.
and, see, she has a red patch on her leg en, zie je wel, zij heeft een rood lapje om haar poot
and the smallest shouted: “there is a new swan!” en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»
They think maybe Tom had a heart attack. Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.
He seemed to understand foreign policy. Hij leek buitenlands beleid te begrijpen.
How long was I unconscious? Hoe lang was ik buiten bewustzijn?
In the majority of states here, the laws are not that strict. In de meeste staten hier, zijn de wetten niet zo streng.
The students were treated strictly by the teacher. De leerlingen werden streng bejegend door de leraar.
Can we sit in a non-smoking area? Kunnen we in een rookvrije ruimte zitten?
Mary became pregnant. Maria raakte in verwachting.
Algeria has a strong foreign policy. Algerije heeft een sterk buitenlands beleid.