Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	She will come soon.	Ze zal straks komen.
	We are finally free.	We zijn eindelijk vrij.
	Yanni is safe here.	Yanni is veilig hier.
	They won’t get far.	Ze zullen niet ver komen.
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	They’ve already eaten.	Ze hebben al gegeten.
	Yanni is here with Skura.	Yanni is hier met Skura.
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	Shouldn’t Tom go first?	Moet Tom niet eerst gaan?
	What does this machine do?	Wat doet deze machine?
	Please take off your hat.	Zet alstublieft uw hoed af.
	several years ago	een aantal jaar geleden
	May I see the room first?	Mag ik de kamer eerst zien?
	I love you more than anyone else.	Ik hou meer van je dan van wie ook.
	Tom was very happy.	Tom was zeer gelukkig.
	Tom hasn’t eaten.	Tom heeft niet gegeten.
	I’m not paying for this.	Hiervoor betaal ik niet.
	Obviously, I was scared.	Uiteraard was ik bang.