Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I can’t follow you.	Ik kan je niet volgen.
	I’ve already paid you.	Ik heb je al betaald.
	He will come afterwards.	Hij zal nadien komen.
	I usually eat lunch at home.	Ik lunch meestal thuis.
	He gave the dog a bone.	Hij gaf een bot aan de hond.
	How much time will that take?	Hoe lang gaat dat duren?
	if I should go there	als ik daar heen zou gaan
	He is so young and looks so beautiful!	Hij is zo jong en ziet er zo prachtig uit!
	I don’t drink alcohol.	Ik drink geen alcohol.
	to need	behoefte hebben aan
	I haven’t said yes yet.	Ik heb nog geen ja gezegd.
	I hope it is not a drake!	Als het maar geen woerd is!
	Yanni always thinks big.	Yanni denkt altijd groot.
	That doesn’t change a thing.	Dat verandert niets.
	it has not changed	het is niet veranderd
	What does that word mean?	Wat betekent dat woord?
	The speech took too long.	Het betoog duurde te lang.
	I want my key back.	Ik wil mijn sleutel terug.
	We were aware of what was going on.	We wisten wat er gaande was.
	By the way, where were you yesterday?	Trouwens, waar was je gisteren?