Adverbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	There’s a hole in your shirt.	Er zit een gat in je shirt.
	What do you think of this shirt?	Wat vind je van dit shirt?
	She couldn’t squat for long.	Ze kon niet lang hurken.
	Are you still overweight?	Ben je nog steeds te zwaar?
	What a hypocrite!	Wat een huichelaar!
	I’ve never liked you.	Ik heb je nooit gemogen.
	no compassion	geen enkel mededogen
	I’m afraid I have to turn you down.	Ik moet u helaas afwijzen.
	There’s a spider in the bathroom.	Er is een spin in de badkamer.
	This feels like a slap in the face.	Dit voelt als een kaakslag.
	Both of them stop there.	Ze stoppen daar allebei.
	Advance two steps.	Ga twee stappen vooruit.
	Yanni is not pleased.	Yanni is niet tevreden.
	He laughed exuberantly.	Hij lachte uitbundig.
	What do you want to do on Monday?	Wat wil je doen op maandag?
	more division	meer verdeeldheid
	What are the remaining options?	Wat zijn de overige opties?
	Are you guys really related?	Zijn jullie echt verwant?
	I don’t care about my future.	Ik geef niet om mijn toekomst.
	Even Tom smiled.	Zelfs Tom glimlachte.