"are (plural)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Some people are beautiful.	Sommige mensen zijn mooi.
	We are friends.	Wij zijn vrienden.
	What are the months of the year?	Wat zijn de maanden van het jaar?
	We are lost.	We zijn verdwaald.
	What colour are his eyes?	Welke kleur zijn zijn ogen?
	My wife and children depend on me.	Mijn vrouw en kinderen zijn afhankelijk van mij.
	We’re not alone.	We zijn niet alleen.
	We’re glad you were able to come.	We zijn blij dat je kon komen.
	Tom has three children who are doctors.	Tom heeft drie kinderen die dokter zijn.
	Did you all go shopping together?	Zijn jullie allemaal samen gaan winkelen?
	They are responsible for the operation of the farm.	Ze zijn verantwoordelijk voor de uitbating van de boerderij.
	We’re not crazy.	We zijn niet gek.
	We’re safe here.	We zijn hier veilig.
	We are finally free.	We zijn eindelijk vrij.
	Are you guys happy?	Zijn jullie gelukkig?
	Just pretend like we’re not here.	Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
	My shoes are worn out.	Mijn schoenen zijn versleten.
	There are dragons here.	Hier zijn draken.
	Are dragons real?	Zijn draken echt?
	Horses are animals.	Paarden zijn dieren.