Bedroom 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	single room	eenpersoonskamer
	double room	tweepersoonskamer
	the bed	het bed
	four-poster bed	hemelbed
	the large bed	het grote bed
	a large bed	een groot bed
	a new bed	een nieuw bed
	to go to bed	naar bed gaan
	Yanni needs a new bed.	Yanni heeft een nieuw bed nodig.
	Heaven knows what there was in the bed!	De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
	the sleep	de slaap
	hibernation	winterslaap
	I’m very sleepy.	Ik heb veel slaap.
	I sleep in my car.	Ik slaap in mijn auto.
	Go play in your room.	Ga in je kamer spelen.
	I read three books a week.	Ik lees drie boeken per week.
	Please clean my room.	Kunt u mijn kamer schoonmaken.
	May I see the room first?	Mag ik de kamer eerst zien?
	cell door	celdeur
	I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one.	Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.