"big (long form)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	What a big dog!	Wat een grote hond!
	the big question	de grote vraag
	the large bed	het grote bed
	a major air raid	een grote luchtaanval
	Finally the big egg opened.	Eindelijk ging het grote ei open.
	a large stomach	een grote maag
	big clouds of steam	grote wolken stoom
	You have a large stomach.	Je hebt een grote maag.
	London is a big city.	Londen is een grote stad.
	a big fireball	een grote vuurbal
	the rules for large companies	de regels voor grote bedrijven
	There are too many cars in the big cities.	Er zijn te veel wagens in de grote steden.
	He made it public.	Hij hing het aan de grote klok.
	He walked to the castle with great strides.	Hij liep met grote passen naar het kasteel.
	a big mistake	een grote vergissing
	No, but we do have a large attic.	Nee, maar we hebben wel een grote zolder.
	You will vanish like the warm stove, like the delicious roast goose, and the large, glorious Christmas tree.	Je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
	He has big ears.	Hij heeft grote oren.
	to make something public	aan de grote klok hangen
	He is a big coward.	Hij is een grote lafaard.