"by the way" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	By the way, how old are you?	Trouwens, hoe oud ben je?
	By the way, what’s your address?	Trouwens, wat is je adres?
	By the way, I have something to tell you.	Trouwens, ik moet je iets zeggen.
	How is your hand, by the way?	Hoe gaat het trouwens met je hand?
	I’m Mary by the way and this is Tom.	Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.
	By the way, I’m free tonight.	Trouwens, ik ben vanavond vrij.
	By the way, the owner of this restaurant is a friend of mine.	De eigenaar van dit restaurant is trouwens een vriend van me.
	By the way, where were you yesterday?	Trouwens, waar was je gisteren?
	By the way, have you read that book?	Trouwens, heb je dat boek gelezen?
	By the way, did you find the umbrella you lost recently?	Trouwens, heb je de paraplu gevonden die je onlangs was verloren?
	By the way, have you seen him lately?	Trouwens, heb je hem recent nog gezien?