Colours Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Caterpillars enjoy eating green leaves.	De rupsen eten graag groene bladeren.
	Tom drank a glass of white wine, and so did Mary.	Tom dronk een glas witte wijn, net als Mary.
	Those colors go well together.	Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
	Behind that green car is a red trailer.	Achter die groene auto hangt er een rode aanhangwagen.
	Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.	Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.
	green lettuce	groene sla
	bruised	bont en blauw
	deadly pale	doodsbleek
	That pear is green.	Die peer is groen.
	green salad	groene salade
	canary yellow	kanariegeel
	That gray building?	Dat grijze gebouw?
	the bananas are yellow	de bananen zijn geel
	He was red with anger.	Hij werd rood van woede.
	Snails enjoy eating green leaves.	Slakken eten graag groene bladeren.
	The elegant lady ordered a glass of red wine.	De deftige dame bestelde een glas rode wijn.
	The room was so dark that we had to feel our way to the door.	De kamer was zo donker dat we op de tast naar de deur moesten gaan.
	So now the little girl was walking barefoot, her feet were now red and blue from the cold.	Daar liep nu het kleine meisje op blote voeten, die rood en blauw van de kou waren.
	I don’t mind your groping in the dark for a solution, but I wish you’d come to a decision.	Het maakt mij niet uit dat je in het donker tast naar een oplossing, maar ik zou willen dat je tot een besluit zou komen.
	pearl white	parelwit