Understand spoken Dutch

"did" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
did deed
He opened the door. Hij deed de deur open.
I did it for the money. Ik deed het voor het geld.
in the beginning she did everything in het begin deed ze alles
he was angry that I hadn’t done it hij was boos dat ik het niet deed
Tom opened the door and turned on the light. Tom opende de deur en deed het licht aan.
His witty remark made everyone laugh. Zijn kwinkslag deed iedereen lachen.
Although he had no experience, he did well. Hoewel hij geen ervaring had, deed hij het goed.
The couple gave their children a substantial gift. Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
She did it the old fashioned way. Ze deed het op een ouderwetse manier.
And then another bang was heard. En toen deed zich andermaal een knal horen.
and on the hedge sat a raven and made her complain en op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen
Now it noticed that the door had come out of one hinge and slanted so badly that it could sneak through the gap into the room, and that is what it did. Nu bemerkte het, dat de deur uit het ene scharnier geraakt was en zo scheef hing, dat het door de reet in de kamer kon sluipen, en dit deed het dan ook.
A chirp was heard, and all the animals of the eggs came alive and stuck their heads out of the egg shells. Een gepiep deed zich horen, en al de dooren van de eieren waren levend geworden en staken de kopjes uit de schalen.
Every time she coughed, she felt a great deal of pain. Telkens als ze hoestte deed het veel pijn.
I can’t condone what you did. Ik kan hetgeen je deed niet goedkeuren.
Rembrandt made a deposit of one quarter of the total price for his new home. Voor zijn nieuwe woning deed Rembrandt een aanbetaling van een vierde van de totale prijs.