Food Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	raspberry jam	frambozenjam
	a hefty walnut	een forse walnoot
	the spices	de specerijen
	the grapefruit	de grapefruit
	the potatoes	de aardappels
	green limes	groene limoenen
	the deliveries	de leveringen
	the vegetarian	de vegetariër
	the mushrooms	de champignons
	Breakfast is ready.	Het ontbijt is gereed.
	I want a dish with ham.	Ik wil een gerecht met ham.
	four slices of cheese	vier sneetjes kaas
	the mushroom	de paddenstoel
	grapefruit peel	grapefruit schil
	But the poor duckling that had hatched last and looked so ugly was bitten, bumped and fooled by both the ducks and the chickens.	Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
	I’m a vegetarian.	Ik ben vegetariër.
	a mushroom	een paddenstoel
	peaches and cream	perziken met slagroom
	I love growing tomatoes.	Ik hou van tomaten kweken.
	peppermint chocolate	pepermuntchocolade