Understand spoken Dutch

"green (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
green (long form) groene
green eyes groene ogen
Yanni is drinking green tea. Yanni drinkt groene thee.
green tree groene boom
green leaves groene bladeren
bottle green flesgroene
The next day it was beautiful, wonderful weather; the sun shone on all the green leaves. De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
The little green owl has the best language school I know. De kleine groene uil heeft de beste talenschool die ik ken.
green beans groene bonen
the green beans de groene bonen
Caterpillars enjoy eating green leaves. De rupsen eten graag groene bladeren.
Behind that green car is a red trailer. Achter die groene auto hangt er een rode aanhangwagen.
green lettuce groene sla
green salad groene salade
Snails enjoy eating green leaves. Slakken eten graag groene bladeren.
emerald-green smaragdgroene
green limes groene limoenen
It was summer, the corn was ripe, the hay stood on the green pastures and the stork was walking on its long, red legs and talking Egyptian; because he had learned this language from his mother. Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
and before he well knew how it had happened, he found himself in a large garden, in which fragrant elders bent their long green branches down to the water en voordat het beest het recht wist, bevond het zich in een grote tuin, waarin de vlierbomen geurden en hun lange, groene takken tot in het water neerbogen
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her. Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.