Understand spoken Dutch

"has (3rd person singular)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
She is right after all. Ze heeft immers gelijk.
She has a tattoo. Ze heeft een tatoeage.
He has a body piercing. Hij heeft een piercing.
“That’s not possible,“ said the duckling’s mother; “It is not beautiful, but it has a good heart and swims just as good as the others, yes, I must say, even better. “Dat gaat immers niet,” zei de moeder van het eendje; “het is wel niet mooi, maar het heeft een goed hart en zwemt even flink als al de anderen, ja, ik moet zeggen, nog beter.
America has enemies. Amerika heeft vijanden.
That helmet saved your life. Die helm heeft je leven gered.
He was sacked. Men heeft hem ontslagen.
The more one has, the more one desires. Hoe meer men heeft, hoe meer men begeert.
The innkeeper has an inn. De waard heeft een herberg.
The stall has fresh vegetables. De kraam heeft verse groenten.
Did she send you the money? Heeft ze je het geld gestuurd?
God has created the earth. God heeft de aarde geschapen.
Tom took his own life. Tom heeft zelfmoord gepleegd.
He committed suicide. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Your friend made a fool out of me. Je vriend heeft me voor schut gezet.
The sheep has a soft coat. Het schaap heeft een zachte vacht.
He discovered a new star. Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
My career has led me to many countries. Mijn loopbaan heeft me naar vele landen geleid.
My father’s hobby is growing roses. Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
How many syllables does this word have? Hoeveel lettergrepen heeft dit woord?