"have (2nd person formal)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	have (2nd person formal)	heeft
	Have you already ordered?	Heeft u al besteld?
	Who benefits from it?	Wie heeft er baat bij?
	Do you have an appointment?	Heeft u een afspraak?
	Do you have any rooms available?	Heeft u kamers vrij?
	Did you lose consciousness after the accident?	Heeft u het bewustzijn verloren na het ongeluk?
	Do you have tuna fish?	Heeft u tonijn?
	Do you have lockers?	Heeft u bagagekastjes?
	I hope you have a speedy recovery.	Ik hoop dat u een spoedig herstel heeft.
	Do you have any snacks?	Heeft u snacks?
	Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?
	Is there table service?	Heeft u bediening aan tafel?
	Do you have a larger room?	Heeft u een grotere kamer?
	Do you have a cleaner room?	Heeft u een schonere kamer?
	Do you have anything cheaper?	Heeft u iets goedkopers?