Interjections 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Yes, that is what she was thinking about.	Ja, daaraan dacht zij.
	a little more please	een beetje meer alstublieft
	Please do something.	Doe alsjeblieft iets.
	Please sit.	Ga zitten, alsjeblieft.
	A table for one, please.	Een tafel voor één, alstublieft.
	Open your book please.	Open je boek alsjeblieft.
	A tea with milk, please.	Een thee met melk, alstublieft.
	Yes indeed.	Jazeker.
	I beg your pardon?	Nog een keer alstublieft.
	No, only cold water.	Nee, alleen koud water.
	No, I don’t know the lesson.	Nee, ik ken de les niet.
	No, that is not correct.	Nee, dat is niet juist.
	a little less please	een beetje minder alstublieft
	Oh, I don’t know.	O, dat weet ik niet.
	Oh, look, there comes the bus!	O, kijk, daar komt de bus al aan!
	Please take off your hat.	Zet alstublieft uw hoed af.
	Please have a seat here.	Neem alstublieft hier plaats.
	Another glass of water, please.	Nog een glas water, alstublieft.
	Please come downstairs.	Kom naar beneden, alsjeblieft.
	Soap, please. (informal)	Zeep, alsjeblieft.