"is" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Is he German?	Is hij Duits?
	Tom isn’t very generous.	Tom is niet zo gul.
	That pear is green.	Die peer is groen.
	The river is too deep.	De rivier is te diep.
	That’s a promise.	Dat is een belofte.
	That house isn’t for sale.	Dat huis is niet te koop.
	A tortoise is slow.	Een schildpad is traag.
	He is a big coward.	Hij is een grote lafaard.
	Yanni is not pleased.	Yanni is niet tevreden.
	It’s a classroom.	Het is een klaslokaal.
	The lion is the king of the jungle.	De leeuw is de koning van de jungle.
	This protest is really justified.	Dit protest is echt terecht.
	Nothing is beautiful but the truth.	Alleen de waarheid is schoon.
	The first round is on the house.	Het eerste rondje is van het huis.
	Is there a local specialty?	Is er een lokale specialiteit?
	It is an excellent team.	Het is een uitmuntend team.
	Is breakfast included?	Is het ontbijt inbegrepen?
	Tom is the son of a priest.	Tom is de zoon van een priester.
	the slate is clean but falling apart	de lei is schoon maar valt uit elkaar
	A stitch in time saves nine.	Voorkomen is beter dan genezen.