Jobs 2 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the president	de president
	a president	een president
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?
	the thief	de dief
	a thief	een dief
	Stop! Thief!	Stop! Dief!
	the leader	de leider
	team leader	teamleider
	market leader	marktleider
	the vacancy	de vacature
	the lawyer	de advocaat
	business owner	bedrijfsleider
	There is a vacancy.	Er is een vacature.
	The vacancy is open.	De vacature staat open.
	The police are looking for the robber.	De politie is op zoek naar de dief.
	I want to talk to a lawyer.	Ik wil een advocaat spreken.
	I can recommend a good lawyer.	Ik kan een goede advocaat aanbevelen.
	the supervisor	de opziener
	the queen	de koningin
	the teacher	de leerkracht