Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Themed Dutch Courses
Miscellaneous Courses
Miscellaneous 154 Course
Miscellaneous 154 Examples Lesson
Miscellaneous 154 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
the statement
de verklaring
the batteries
de batterijen
the condition
de aandoening
the company; companionship
het gezelschap
their displeasure
hun ongenoegen
a commitment
een toezegging
He is overconfident.
Hij is overmoedig.
All together!
Alles bij elkaar!
the worn out batteries
de versleten batterijen
She’s overconfident, isn’t she?
Ze is overmoedig, nietwaar?
I need some batteries.
Ik heb wat batterijen nodig.
He gathered his books together.
Hij nam zijn boeken bij elkaar.
Those colors go well together.
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
You are all together, right?
Je bent toch allemaal wel bij elkaar?
He ended up in bad company.
Hij kwam in slecht gezelschap terecht.
Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something?
Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?