Miscellaneous 283 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the increase	de toename
	the inn	de herberg
	the malfunction	de storing
	nonmetals	niet-metalen
	Can you whistle?	Kan je fluiten?
	waiting lists	wachtlijsten
	lifeboat	reddingsschip
	Who do I hear whistling?	Wie hoor ik fluiten?
	The innkeeper has an inn.	De waard heeft een herberg.
	She is the presumed winner of the debate.	Zij is de gedoodverfde winnaar van het debat.
	If God did not exist, we’d have to invent him.	Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
	And now all the little ducks hurried, as much as they could, and they emerged from the eggs and looked everywhere under the green leaves; and the mother let them look, as much as they wanted; because green is good for the eyes.	En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.