Miscellaneous 33 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	True or false?	Waar of niet waar?
	the behaviour	het gedrag
	the government	de overheid
	two days ago	twee dagen geleden
	three days ago	drie dagen geleden
	ten days ago	tien dagen geleden
	I'm from the government.	Ik ben van de overheid.
	You look terrible.	Je ziet er verschrikkelijk uit.
	It is terrible!	Het is verschrikkelijk!
	“Terribly bad!” said the princess.	“Verschrikkelijk slecht!” zei de prinses.
	“What a terribly big duckling that is,” she thought; “None of the others looks like this.”	“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
	with you	met jou
	the pain	de pijn
	What are you giving me?	Wat geef je mij?
	High five!	Geef me de vijf!
	I’m in a lot of pain.	Ik heb veel pijn.
	Don’t give me that.	Geef me dat niet.
	My place or yours?	Bij mij thuis of bij jou?
	Is all of this money yours?	Is al dit geld van jou?
	It still hurts.	Het doet nog steeds pijn.