Miscellaneous 53 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I’m finished.	Ik ben klaar.
	We’ve almost finished.	We zijn bijna klaar.
	I’m ready to go.	Ik ben klaar om te gaan.
	Yanni knows he’s ready.	Yanni weet dat hij klaar is.
	the case	de zaak
	the blaze	de brand
	need	noodzaak
	the choice	de keuze
	a fire	een brand
	forest fire	bosbrand
	Take off your hat.	Zet je hoed af.
	family business	familiezaak
	word choice	woordkeuze
	spotlessly clean	brandschoon
	a small fire	een kleine brand
	I make a choice.	Ik maak een keuze.
	This is my choice.	Dit is mijn keuze.
	The car was on fire.	De auto stond in brand.
	They won’t get far.	Ze zullen niet ver komen.
	He was just behind me.	Hij was vlak achter mij.