Miscellaneous 69 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Does she speak English?	Spreekt zij Engels?
	She doesn’t speak French.	Ze spreekt geen Frans.
	What languages do you speak? (formal)	Welke talen spreekt u?
	What language does he speak?	Welke taal spreekt hij?
	Is there someone here who speaks English?	Spreekt hier iemand Engels?
	the machine	de machine
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	What does this machine do?	Wat doet deze machine?
	the shops	de winkels
	the consultation	het overleg
	the centre	het centrum
	the delight	het plezier
	shopping centre	winkelcentrum
	the centre of town	het centrum van de stad
	How do I get to the centre?	Hoe kom ik bij het centrum?
	When do the shops open?	Wanneer gaan de winkels open?
	Almost everyone was late.	Vrijwel iedereen was te laat.
	Both of them are from Australia.	Ze zijn allebei van Australië.
	Tom hardly does that anymore.	Tom doet dat vrijwel niet meer.
	That’s the best for the both of us.	Dat is het beste voor ons allebei.