"new (long form)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	his new sweater	zijn nieuwe trui
	I’m selling a new car.	Ik verkoop een nieuwe auto.
	We are thinking of buying some new furniture.	We overwegen nieuwe meubels te kopen.
	I bought a new mobile phone.	Ik heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.
	a new party	een nieuwe partij
	He quickly adjusted to the new situation.	Hij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden.
	and the smallest shouted: “there is a new swan!”	en het kleinste riep: «Daar is een nieuwe zwaan!»
	In my new position I work more behind the scenes.	In mijn nieuwe functie werk ik meer achter de schermen.
	your new boiler	je nieuwe ketel
	her new cauldron	haar nieuwe ketel
	a whole new momentum	een hele nieuwe schwung
	the new prison	de nieuwe gevangenis
	By the morning the wild ducks flew up and looked at their new companion.	Tegen de morgen vlogen de wilde eenden op en bekeken haar nieuwe kameraad eens.
	new messages	nieuwe berichten
	a new creation	een nieuwe schepping
	I am looking for a new job.	Ik ben op zoek naar een nieuwe job.
	Yes, there is a new one!	Ja, er is een nieuwe bijgekomen!
	The new manager has stepped in.	De nieuwe manager is aangetreden.
	Tom bought himself a new guitar for Christmas.	Tom kocht een nieuwe gitaar voor Kerstmis.
	The operation of the new restaurant started last month.	De uitbating van het nieuwe restaurant begon vorige maand.