Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Parts of speech Dutch Courses
Nouns Courses
Nouns 269 Course
Nouns 269 Examples Lesson
Nouns 269 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
the earnings
de verdiensten
the moments
de ogenblikken
the supporter
de voorstander
the memory
de herinnering
the watermelon
de watermeloen
your duties
je takenpakket
a shot
een schampschot
the schampschot
het schampschot
the self-interest
het eigenbelang
the garment
het kledingstuk
Tom bought a watermelon.
Tom kocht een watermeloen.
A sleeve is part of an item of clothing.
Een mouw is een onderdeel van een kledingstuk.
In a few moments you will receive a confirmation.
Binnen enkele ogenblikken ontvangt u een bevestiging.
Conjunctions are important for good structure in your writing.
Voegwoorden zijn belangrijk voor een goede structuur in je schrijven.
A memory is an experience from the past that is stored in memory.
Een herinnering is een ervaring uit het verleden die in het geheugen is opgeslagen.