Nouns 29 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	this month	deze maand
	for years	jarenlang
	in the summer	in de zomer
	the region	het gewest
	regional road	gewestweg
	spotlessly clean	brandschoon
	It’s already summer.	Het is al zomer.
	What do owls eat?	Wat eten uilen?
	summer holidays	zomervakantie
	a small fire	een kleine brand
	I am eating my apple.	Ik eet mijn appel.
	in the first month	in de eerste maand
	They have an apple.	Ze hebben een appel.
	The car was on fire.	De auto stond in brand.
	I’m afraid of owls.	Ik ben bang voor uilen.
	When do owls sleep?	Wanneer slapen uilen?
	Yanni is here with Skura.	Yanni is hier met Skura.
	The building is on fire.	Het gebouw staat in brand.
	It’s a beautiful region.	Het is een prachtig gewest.
	Yanni gave Skura his phone.	Yanni gaf Skura zijn telefoon.