Nouns 363 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the gift	het geschenk
	the major nuisance	de grote overlast
	the display	de weergave
	the spring	het voorjaar
	a man with leprosy	een melaatse man
	I hear that Tom eats insects.	Ik hoor dat Tom insecten eet.
	thick garlands of holly and mistletoe	dikke slingers van hulst en maretak
	The wounded were transported with an ambulance.	De gewonden werden vervoerd met een ziekenwagen.
	The crippled dog limped cautiously across the lawn.	De kreupele hond hinkte voorzichtig over het grasveld.