Nouns 38 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the pocket	de zak
	the lunchbox	de brooddoos
	the chick flick	de meisjesfilm
	the setback	de tegenslag
	the airport	de luchthaven
	an airport	een luchthaven
	the midday meal	het middageten
	the lunch	het middageten
	Tom lives near the airport.	Tom woont vlak bij de luchthaven.
	When is Santa Claus coming?	Wanneer komt de kerstman?
	the women’s rights	de vrouwenrechten
	How do I get to the airport?	Hoe kom ik bij de luchthaven?
	the ball	de bal
	the cell	de cel
	pocket knife	zakmes
	fireball	vuurbal
	cell door	celdeur
	prison sentence	celstraf
	phone booth	telefooncel
	a night in jail	een nacht in de cel