Nouns 47 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the cloth	de doek
	the feather	de veer
	the smoke	de rook
	the club	de club
	the thief	de dief
	the ribbon	het lint
	a wood	een hout
	the wood	het hout
	the leg	het been
	the leaf	het blad
	a leaf	een blad
	the board	het bord
	a thief	een dief
	Stop! Thief!	Stop! Dief!
	quill; goose feather	ganzenveer
	smoking ban	rookverbod
	a leaf of a tree	een blad van een boom
	Where there’s smoke, there’s fire.	Waar rook is, is vuur.
	the thick black smoke	de dikke zwarte rook
	The police are looking for the robber.	De politie is op zoek naar de dief.