Nouns 72 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the gamekeeper	de jachtopziener
	the raise	de loonsverhoging
	I need a raise.	Ik heb een loonsverhoging nodig.
	The gamekeeper takes care of the animals in the forest.	De jachtopziener zorgt voor de dieren in het bos.
	the varnish	de lak
	the laundry	de was
	the neck	de nek
	the member	het lid
	laundry basket	wasmand
	to do the laundry	de was doen
	joined	lid geworden
	My neck hurts.	Mijn nek doet pijn.
	He’s a member of the golf club.	Hij is lid van de golfclub.
	I became a member of the club ten years ago.	Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.