Numbers 11-20 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	twenty-nine (29)	negenentwintig
	twenty-one (21)	eenentwintig
	twenty-two (22)	tweeëntwintig
	twenty-three (23)	drieëntwintig
	twenty-four (24)	vierentwintig
	twenty-five (25)	vijfentwintig
	one hundred and twenty (120)	honderdtwintig
	320 (three hundred and twenty)	driehonderdtwintig
	one hundred and fifteen (115)	honderdvijftien
	one hundred and thirteen (113)	honderddertien
	one hundred and fourteen (114)	honderdveertien
	one hundred and nineteen (119)	honderdnegentien
	nine hundred and fifteen (915)	negenhonderdvijftien
	twenty-eight (28)	achtentwintig
	one hundred and eighteen (118)	honderdachttien
	I’m eighteen.	Ik ben achttien jaar.
	two hundred and eighteen (218)	tweehonderdachttien
	eight hundred and thirteen (813)	achthonderddertien
	twenty-six (26)	zesentwintig
	one hundred and sixteen (116)	honderdzestien