Understand spoken Dutch

"old (long form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Just ask our mistress yourself, the old woman. Vraag het zelf maar aan onze meesteres, de oude vrouw
The old lady was treated lovingly by her family. De oude dame werd liefdevol bejegend door haar familie.
Tom lives right by the old fire station. Tom woont vlak bij het oude brandweerstation.
“Well there, how are you?” an old duck asked, who came to visit her. “Wel zo, hoe gaat het?” vroeg een oude eend, die haar eens een bezoek kwam brengen.
The old barn serves as shelter for the animals. De oude schuur dient als beschutting voor de dieren.
“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left. “Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.
Those old ladies are rambling on about who knows what. Die oude vrouwen zitten om eender wat te beuzelen.
The old woman practices divination with crystal balls. De oude vrouw doet aan waarzeggerij met kristallen bollen.
frozen to death on the last evening of the year. doodgevroren op de laatste avond van het oude jaar.
And immediately an old duck flew to the poor beast and bit it in the neck. En terstond vloog er een oude eend naar het arme beest toe en beet het in de nek.
There was a knock at the city gate, and the old king went to open it. Daar werd er op de stadspoort geklopt, en de oude koning ging er heen, om haar open te doen.
“No, it’s not a turkey,” thought the old duck; “Look how strong he hits his legs and how straight he knows how to keep himself!” “Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
that old crow die oude kraai
the elderly old man de oude bejaarde man
for her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt
“The other ducklings look very sweet,“ said the old duck; “make yourself at home, and if you find an eel head, you can bring it to me.“ “De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
She again struck a match on the wall, and again it became bright around her; in the brightness stood her old grandmother, clear and shining, yet loving in her appearance. Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.
He offered assistance to the crippled old woman. Hij bood hulp aan de kreupele oude vrouw.
The old man sat on the bench, humming with contentment. De oude man zat op het bankje, neuriënd van tevredenheid.
The classy atmosphere in the old castle was enchanting. De deftige sfeer in het oude kasteel was betoverend.