"the (neutral)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the stag; the deer	het hert
	the café	het café
	the debris	het puin
	the cover	het kaft
	the plate	het bord
	the song	het lied
	the couple	het stel
	the cardigan	het vest
	the dough	het deeg
	No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.	Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
	the seed	het zaad
	the woods	het woud
	the problem	het euvel
	the ease	het gemak
	the cup	het kopje
	the kitten	het katje
	the debate	het debat
	but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room	maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
	the harness	het gareel
	the judgement	het vonnis