"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The exams are the culprit.	De examens zijn de boosdoener.
	a cart that rattles on the cobblestones	een kar die ratelt op de keien
	the shortage on the labor market	de krapte op de arbeidsmarkt
	the floods	de overstromingen
	the Spanish capital Madrid	de Spaanse hoofdstad Madrid
	made public	aan de grote klok gehangen
	the mini settlement	de minnelijke schikking
	the daily reality	de dagelijkse realiteit
	the vacancy	de openstaande functie
	The bellows are made of leather.	De blaasbalg is gemaakt van leer.
	the warm, bright light of the sun	het warme, felle licht van de zon
	the power of temptation	de kracht van verleiding
	You live on the sixth floor.	Je woont op de zesde verdieping.
	the crown of thorns	de doornenkroon
	We held on tightly to the branch.	We hielden ons vast aan de tak.
	the total wage bill	de totale loonmassa
	Can we sit in the shade?	Kunnen we in de schaduw zitten?
	the Middle Ages	de middeleeuwen
	the shelf filler	de vakkenvuller
	You must acknowledge the truth.	Je moet de waarheid erkennen.