"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the living room	de woonkamer
	I don’t like to live in the city.	Ik woon niet graag in de stad.
	the zoo	de dierentuin
	the last day of vacation	de laatste vakantiedag
	The princess now had to lie there all night.	Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
	the clock	de klok
	the son	de zoon
	the corner	de hoek
	the tomcat	de kater
	the kitchen	de keuken
	the music	de muziek
	the states	de staten
	the snow	de sneeuw
	the job	de functie
	the first time	de eerste keer
	and the tomcat said	en de kater zei
	the wings	de vleugels
	the matches	de lucifers
	the chocolate	de chocolade
	the next day	de volgende dag