"to whisper" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to whisper	fluisteren
	Stop whispering.	Stop met fluisteren.
	to whisper (long form)	te fluisteren
	They are whispering.	Ze fluisteren.
	whispering	aan het fluisteren
	I heard you guys whispering.	Ik heb jullie horen fluisteren.
	I heard my parents whispering last night.	Ik hoorde mijn ouders gisteravond fluisteren.
	What are you guys whispering about?	Waarover zitten jullie te fluisteren?