Verbs (infinitives) 35 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to poop (long form)	te kakken
	it takes some getting used to	het is wennen
	Where can I pray?	Waar kan ik bidden?
	the forest fires are raging	de bosbranden woeden
	I will have to report this.	Ik zal dit moeten melden.
	I need to mute the sound.	Ik moet het geluid dempen.
	to look for a needle in a haystack	een speld in de hooiberg zoeken
	Is there someone I can call for you?	Is er iemand die ik voor je kan roepen?
	I must clean the bathroom right away.	Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
	I can only go by that which was relayed to me.	Ik kan alleen maar afgaan op hetgeen dat mij werd verteld.