Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 2nd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
You’re not a morning person, I understand. Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
It was summer, the corn was ripe, the hay stood on the green pastures and the stork was walking on its long, red legs and talking Egyptian; because he had learned this language from his mother. Het was zomer, het koren was rijp, het hooi stond op de groene weiden aan oppers, en de ooievaar liep op zijn lange, rode poten en praatte Egyptisch; want deze taal had hij van zijn moeder geleerd.
I cannot distinguish a frog from a toad. Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
I believe in this method of teaching. Ik geloof in deze leermethode.
An earthquake can happen at any time. Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
The bathroom needs to be cleaned urgently. De badkamer moet dringend gepoetst worden.
You will receive your invoice by February at the latest. Uw factuur ontvangt u uiterlijk in februari.
Don’t worry, I’ll translate that for you. Maak je geen zorgen, ik zal dat voor je vertalen.
Lay eggs or purr, and if not get out of here! Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
Could you explain in detail how you did that? Kan je in detail uitleggen hoe je dat gedaan hebt?
Obviously a hug must remain possible. Uiteraard moet een knuffel mogelijk blijven.
Feel free to call if you need anything. Schroom niet om te bellen als u iets nodig hebt.
I’m afraid he will never admit his guilt. Ik vrees dat hij nooit zijn schuld zal erkennen.
I will find out how the medicine works. Ik zal erachter komen hoe het medicijn werkt.
How do you know which brush or pencil you should use? Hoe weet je welke kwast of penseel je moet gebruiken?
The annoyance was noticeable in his tone. De ergernis was te merken aan zijn toon.
I must draw attention to the following points. Ik moet de aandacht vestigen op de volgende punten.
You’re not allowed to skip your turn in a game of chess. Tijdens het schaken mag je geen beurt overslaan.
In the garden, I walked around, humming with pure joy. In de tuin liep ik rond, neuriënd van pure blijdschap.
You may not judge the servant of another person. U mag de bediende van een ander niet beoordelen.