Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Dialects are spoken less and less. Dialecten worden minder en minder gesproken.
Traitors will be deported. Verraders zullen gedeporteerd worden.
Prices are continuously rising. De prijzen stijgen onophoudelijk.
What color are your bedroom walls? Welke kleur hebben de muren van je slaapkamer?
We need to move the meeting. We moeten de vergadering verschuiven.
Let’s focus on what we have in common. Laten we ons richten op onze overeenkomsten.
I think we need to set some limits. Ik denk dat we enkele limieten moeten stellen.
Let’s see if we can get their attention. Laten we kijken of we hun aandacht kunnen trekken.
Come on, let’s not distract Tom from his work. Kom op, laten we Tom niet afleiden van zijn werk.
The laws are there, but they are not observed. De wetten zijn er, maar ze worden niet nageleefd.
The most beautiful flowers bloom at the edge of the ravine. Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.
We need to conduct more experiments. We moeten nog meer experimenten uitvoeren.
The foster parents provide a safe home environment. De pleegouders bieden een veilige thuisomgeving.
his tongue hung out of his mouth, and his eyes shot flames de tong hing hem uit de bek, en zijn ogen schoten vlammen
If God did not exist, we’d have to invent him. Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
Yesterday we cleaned the living room thoroughly. Gisteren hebben wij de woonkamer grondig gepoetst.
We now need to put a fence around our bubble. We moeten nu een omheining rond onze bubbel zetten.
Of course, the results are impressive. Uiteraard zijn de resultaten indrukwekkend.
Even intelligent people are sometimes absent-minded. Zelfs intelligente mensen zijn soms verstrooid.
The laws respect our fundamental rights. De wetten eerbiedigen onze fundamentele rechten.