"went (singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	She didn’t go.	Ze ging niet.
	Yanni went back to his room.	Yanni ging terug naar zijn kamer.
	when I went to the bathroom	toen ik naar de badkamer ging
	He went with her.	Hij ging met haar mee.
	She went to her shop.	Ze ging naar haar winkel.
	And so the duckling went away	En zo ging het eendje dan heen
	It all went wrong.	Het ging allemaal fout.
	I went to Australia.	Ik ging naar Australië.
	Finally the big egg opened.	Eindelijk ging het grote ei open.
	Finally one egg after the other opened.	Eindelijk ging het ene ei na het andere open.
	Yanni took the flowers and went.	Yanni nam de bloemen en ging.
	went to the bedroom	ging naar de slaapkamer
	The mother of the ducklings went to the canal with her entire family.	De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.
	Everything went smoothly.	Het ging allemaal als een leien dakje.
	The little one stretched both of her hands towards it: and then, the match went out.	De kleine strekte haar beide handjes er naar uit: daar ging het lucifertje uit.
	Although he was sick, he still went to school.	Hoewel hij ziek was, ging hij toch naar school.
	The driver went berserk when he couldn’t find his keys.	De chauffeur ging door het lint toen hij zijn sleutels niet kon vinden.
	Yanni went to a local bar.	Yanni ging naar een lokale bar.
	Tom assumed that it was free.	Tom ging ervan uit dat het gratis was.
	He went there in person.	Hij ging er persoonlijk naar toe.