"who" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I found out who Tom’s father is.	Ik ben erachter gekomen wie Toms vader is.
	No one knows who’s responsible.	Niemand weet wie er verantwoordelijk is.
	Who is that boy?	Wie is die jongen?
	Ask anyone.	Vraag het eender wie.
	It could be anyone.	Het kan eender wie zijn.
	It could be any one of us.	Het kan eender wie van ons zijn.
	That’s not something anyone can do.	Dat is niet iets wat eender wie kan doen.
	Who’s the president of this country?	Wie is de president van dit land?
	Who ordered pizza?	Wie heeft pizza besteld?
	Who ordered this pizza?	Wie bestelde deze pizza?
	Who would be able to understand you?	Wie zou je dan kunnen begrijpen?
	Who did Tom sell his farm to?	Aan wie heeft Tom zijn boerderij verkocht?
	Who benefits from it?	Wie heeft er baat bij?
	Who should we believe?	Wie moeten we geloven?
	Who’s shorter, Tom or Mary?	Wie is kleiner, Tom of Mary?
	Who did you give the book to?	Aan wie heb je het boek gegeven?
	Who built your house?	Wie heeft je huis gebouwd?
	I want to know who paid for this.	Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.
	I tell you the truth, although you might find it unpleasant, but that is a proof of my friendship	Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
	Who works in the furniture factory?	Wie werkt in de meubelfabriek?