"winter" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	winter	winter
	the winter	de winter
	winter weather	winterweer
	in the winter	in de winter
	hibernation	winterslaap
	Winter came.	Het werd winter.
	Winter is approaching.	De winter nadert.
	the approach of winter	de aantocht van de winter
	But to tell all the distress and misery the duckling had to endure in that harsh winter would be too dire.	Maar al de nood en de ellende, welke het eendje in die strenge winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn.
	It’s better to be killed by them, than being bitten by the ducks, pecked by the chickens, kicked by the maiden who feeds the chickens, or starved with hunger in the winter.	’t Is beter, door hen gedood, dan door de eenden gebeten, door de kippen gepikt, door de meid, die aan de kippen eten geeft, geschopt te worden en in de winter gebrek te lijden!