Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
The tangle of problems seemed endless. De kluwen problemen leken eindeloos.
The tangle of yarn was difficult to unravel. De kluwen garen was moeilijk uit elkaar te halen.
The tapestry is old-fashioned. Het wandtapijt is ouderwets.
The target has moved. Het mikpunt is verplaatst.
The target was missed. Het mikpunt werd gemist.
the tax return de belastingaangifte
The taxi guy wanted to rip me off. De taxichauffeur wilde me oplichten.
The teacher controls the class. De leraar beheerst de klas.
The teacher gave difficult assignments. De leraar gaf moeilijke opdrachten.
The teacher gave us a new assignment for math. De leraar gaf ons een nieuwe opdracht voor wiskunde.
The teacher insists on silence in class. De leraar dringt aan op stilte in de klas.
The teacher lets students use a calculator on the exam. De leerkracht liet de studenten een rekenmachine gebruiken op het examen.
The teacher was angry. De leraar was toornig.
The teacher was exceptionally clear. De docent was buitengewoon duidelijk.
The teacher will encourage the students to ask questions. De leraar zal de leerlingen aanmoedigen om vragen te stellen.
the teachers de leerkrachten
The team defeats its rival. Het team verslaat zijn rivaal.
The temperature in the car quickly became uncomfortable. De temperatuur in de auto werd al snel onbehaaglijk.
the tempers de gemoederen
The terrorists swore vengeance on that country. De terroristen zwoeren wraak op dat land.