Understand spoken Dutch

Dutch-English Dictionary - D

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (199) D (3922) E (1457) F (203) G (918) H (2208) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (718) N (386) O (795) P (523) Q (2) R (384) S (1093) T (1082) U (193) V (1252) W (1130) X (3) Y (88) Z (915)
Dutch Recording English Learn
de mollige heks
the plump witch
de mollige vrouw
the chubby woman
de mond
the mouth
de mond te snoeren
to shut up
de monding
the mouth (of a river)
De monteur controleerde de koppelslang op barsten. The mechanic checked the coupling hose for cracks.
de mooie film
the beautiful film
de moord
the murder
de moordenaar
the murderer
de morgen
the morning (alternative form)
de morgenstond
the dawn of the morning
de moskee
the mosque
de moslim
the Muslim
de mossel
the mussel
de mosselschaarste
the scarcity of mussels
de mosterd
the mustard
de motivatie
the motivation
de motor
the engine
de motoren
the engines
de motregen
the drizzle
de Mount Everest
Mount Everest (long form)
De Mount Everest is een berg.
Mount Everest is a mountain.
de mout
the malt
de mouw
the sleeve
de mouwen
the sleeves
de mug
the mosquito
de muggen
the mosquitoes
de muis
the mouse
de muizen
the mice
de mus
the sparrow
de muur
the wall
De muur is ondoordringbaar.
The wall is impenetrable.
de muziek
the music
De muziek lokt toeristen naar het plein.
The music lures tourists to the square.
de naad
the seam
De naad is los. The seam is loose.