Dutch-English Dictionary - U

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (198) D (3919) E (1455) F (202) G (918) H (2205) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (719) N (386) O (793) P (523) Q (2) R (383) S (1093) T (1082) U (193) V (1253) W (1129) X (3) Y (88) Z (914)

Dutch	English	Learn
U	U (letter)	Learn
u	you (formal)	Learn
u accepteert	you accept	Learn
U bedriegt me.	You’re cheating me.	Learn
u bent	you are (formal)	Learn
U bent nu uitgeschreven van onze e-newsletter en e-mailings.	You are now unsubscribed from our e-newsletter and emailings.	Learn
u hebt	you have (formal)	Learn
u hebt ons verstoten	you have rejected us	Learn
U kocht brood.	You bought bread.	Learn
U kunt me geen enkel bevel geven.	You can’t give me orders.	Learn
U kunt niet bang zijn om te falen.	You can’t be afraid to fail.	Learn
U mag de bediende van een ander niet beoordelen.	You may not judge the servant of another person.	Learn
U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.	You are not allowed to have sexual intercourse with your daughter-in-law.	Learn
U moet niet te veel van anderen afhankelijk zijn.	You shouldn’t depend on others too much.	Learn
U spreekt Engels.	You speak English. (you plural)	Learn
U vindt hierbij uw nieuwe kleefbriefjes.	You will find here your new sticky labels.	Learn
U was verlegen.	You were shy.	Learn
U zou de druk niet aankunnen.	You wouldn’t be able to handle the pressure.	Learn
U-bocht	U-turn	Learn
ui	onion	Learn
uien	onions (short form)	Learn
uien soep	onion soup	Learn
uil	owl	Learn
uilen	owls	Learn
Uilen jagen vooral ’s nachts.	Owls hunt mainly at night.	Learn
Uilen kunnen in het donker zien.	Owls can see in the dark.	Learn
Uilen zijn mijn favoriete dieren.	Owls are my favourite animals.	Learn
Uilen zijn schattig.	Owls are cute.	Learn
Uilen zijn wijs.	Owls are wise.	Learn
uit	take out (part 1)
uit	looks (part 3)
uit	matter (part 2)
uit	out
uit	pronounce (part 2)
uit	execute (part 1)
uit	off