Dutch-English Dictionary - U

0 (1) 1 (9) 2 (3) A (709) B (1113) C (198) D (3919) E (1456) F (203) G (918) H (2205) I (1314) J (284) K (764) L (465) M (719) N (386) O (793) P (523) Q (2) R (383) S (1093) T (1082) U (193) V (1253) W (1130) X (3) Y (88) Z (914)

Dutch	English	Learn
Uiteraard hou ik van chocolade.	Of course, I love chocolate.	Learn
Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.	You can do whatever you want to do, of course.	Learn
Uiteraard moet een knuffel mogelijk blijven.	Obviously a hug must remain possible.	Learn
Uiteraard niet.	Of course not.	Learn
Uiteraard was ik bang.	Obviously, I was scared.	Learn
Uiteraard weet hij het antwoord.	Of course, he knows the answer.	Learn
Uiteraard zijn de resultaten indrukwekkend.	Of course, the results are impressive.	Learn
uiterlijk	at the latest
uiterlijk	appearance	Learn
uitermate	extremely	Learn
uiterste	extreme	Learn
uitgaan	to go out	Learn
uitgaat	burns out	Learn
uitgang	exit	Learn
uitgangen	exits	Learn
uitgaven	expenses	Learn
uitgebleven	failed to materialize	Learn
uitgebroed	hatched	Learn
uitgebuit	exploited	Learn
uitgedaagd	challenged	Learn
uitgegaan	gone out	Learn
uitgelegd	explained	Learn
uitgelezen	exquisite	Learn
uitgenodigd	invited	Learn
uitgeput	exhausted	Learn
uitgeschreven	unsubscribed	Learn
uitgespreid	spread out	Learn
uitgestapt	got off	Learn
uitgesteld	postponed	Learn
uitgestorven	deserted	Learn
uitgestrekte	vast	Learn
uitgeven	to spend	Learn
uitgevoerd	carried out	Learn
uitgewaaid	blown out	Learn
uitgezaaide	metastatic	Learn
uitgezaaide darmkanker	metastatic colon cancer	Learn